De koerier van Maputo, een filosofisch boek over Klaas de Jonge en solidariteit versus geweld

Begin dit jaar ontving ik een aardig mailtje van Jenne Jan Holtland, op dat moment nog correspondent van De Volkskrant in Boedapest, maar sinds enige weken Midden Oosten-correspondent in Beiroet. Hij schreef me dat hij een boek aan het schrijven was over Klaas de Jonge, de antropoloog die in het begin van de jaren ’80 vanuit Mozambique en Zimbabwe – samen met zijn toenmalige vrouw Hélène Passtoors – actief betrokken was bij het smokkelen van wapens en explosieven voor en propagandamateriaal van het in Zuid-Afrika verboden ANC. Ik citeer uit het mailtje: ‘U hebt natuurlijk veel over Klaas geschreven toen u voor de GPD-bladen in Zuid-Afrika zat. In de dagboeken die Klaas in die periode bijhield, vermeldt hij zelfs dat u het plan had opgevat een boek over hem te schrijven. Vanzelfsprekend ben ik nieuwsgierig: hebt u brieven met hem uitgewisseld misschien? Volgens Klaas baseerde u uw berichtgeving o.a. op contacten met de Zuid-Afrikaanse politie – klopt dat? Enfin, veel vragen, het lijkt me plezierig om daar een keer over door te praten via Zoom of Skype.

Natuurlijk heb ik contact opgenomen met Jenne Jan en we hebben daarna een interessante discussie gevoerd over waar het in mijn ogen allemaal omgaat: rechtvaardigen solidariteit met mensen die het niet bepaald goed hebben – in dit geval de zwarte meerderheid in apartheidsland Zuid-Afrika – en de eigen verantwoordelijkheid van een relatieve buitenstaander – de Nederlander Klaas de Jonge – actieve deelname aan de gewapende strijd? Een betrokkenheid die sommigen zien als terrorisme en anderen als een bijdrage aan een legitieme onafhankelijkheidsstrijd. Jenne Jan legde me uit dat zijn boek – dat inmiddels is verschenen onder de titel De koerier van Maputo – juist over dat dilemma (of toch een paradox?) gaat.

Ik kan De koerier van Maputo iedereen aanraden. Om misverstanden te vermijden: Klaas de Jonge, inmiddels 85 jaar oud, is weliswaar de hoofdpersoon, de man waarom het gaat, maar het boek is tegelijk een filosofische zoektocht van Jenne Jan Holtland wat mensen als De Jonge bezielt. Een zoektocht die verloopt van opvoeding, jeugd, ouders naar existentialisme, Sartre, Camus, Debray, Foucault, Wertheim, Che Guevara en Levinas. Met als insteek: wat bezielt iemand als De Jonge om te doen wat hij heeft gedaan. In concreto: waarom is hij ertoe overgegaan wapens te smokkelen voor ANC, waardoor mogelijk ‘onschuldigen’ gewond zijn geraakt of zelfs om het leven zijn gekomen?

Als journalist ben ik inderdaad bij de zaak-De Jonge, die in de najaren van apartheid in Zuid-Afrika een rol heeft gespeeld, betrokken geweest. Klaas de Jonge heeft zelfs een klein deel van mijn werk uitgemaakt als buitenlandse correspondent voor de regionale dagbladen in Nederland – toen bekend als de GPD-bladen – en een aantal omroepen over de periode 1984-1989. Ik was in de zomer van 1985 (begin juli) de eerste journalist die over zijn arrestatie en die van zijn ex-vrouw Hélène Passtoors berichtte en na uitgebreid onderzoek vrij exact wist te beschrijven wat zij allemaal hadden ‘uitgespookt’ voor de verboden militaire tak van het ANC, Umkhonto weSiwe. Dat journalistieke werk werd me niet in dank afgenomen door met name de anti-apartheidsorganisaties in Nederland en evenmin door een aantal linkse media en politieke partijen. Klaas was volgens hen een betrokken antropoloog en wetenschapper en stond ver van wapensmokkel. Als journalist had ik met mijn artikelen over hem me laten lenen door het apartheidsbewind en de veiligheidsdiensten, werd er over mij geschreven en beweerd.

Mij werd – onder meer in mijn eigen vakblad De Journalist – zelfs verweten dat ik in het kader van hoor-en-wederhoor contact had opgenomen met het Zuid-Afrikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken en met de interne veiligheidsdiensten. Dat had ik overigens gedaan in nauw overleg met de hoofdredactie van de GPD in Nederland en de voorzitter van de Foreign Correspondent Association in Zuid-Afrika) voorgezeten door de Duitser Edgar Dentar, correspondent voor DPA, alsook met Janny Groen, een bekende Volkskrant-journalist die op dat moment in Zuid-Afrika verbleef om reportages te schrijven.

De affaire Klaas de Jonge – en in mindere mate die van Hélène Passtoors (overigens een Nederlandse die via een eerder huwelijk de Belgische nationaliteit had gekregen) – bleef bijna drie jaar vooral de Nederlandse media domineren, omdat De Jonge er na enige weken hechtenis in slaagde aan het toezicht van zijn bewakers te ontsnappen en toevlucht te zoeken in de Nederlandse ambassade in Pretoria. Tijdens zijn langdurig verblijf in de ambassade te Pretoria heb ik een aantal keren via via informeel contact met Klaas gehad.

Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden – net iedereen mag beslissen of hij wel of niet gevaccineerd wordt tegen Covid19 – maar ik heb me altijd afgevraagd of solidariteit tonen en verantwoordelijkheid willen dragen voor het bestrijden van een onrecht een rechtvaardiging voor een buitenlander kan zijn deel te nemen aan een ‘gewapende strijd’ in een ander land. Zeker als die deelname direct of indirect leidt tot al dan niet dodelijke slachtoffers, in het bijzonder burgers. Deze vraag geldt zeker niet alleen voor wat Klaas de Jonge en Hélène Pastoors hebben gedaan ten behoeve van het ANC. Begin deze maand verscheen het boek van Tanja Nijmeijer over haar rol als Nederlandse bij de guerrillaoorlog van de FARC in Colombia. We kennen allemaal de verhalen en problemen over de betrokkenheid van Nederlandse ingezeten bij de totstandkoming van een Kalifaat in Syrië of de actieve deelname van Nederlanders (en veel andere buitenlanders) bij de strijd tegen Franco in de Spaanse burgeroorlog. Klaas de Jonge en Hélène Passtoors zijn beslist geen uitzonderingen.

Sinds mijn vertrek uit Zuid Afrika als correspondent in 1989 ben ik middels interviews en reportages een aantal keren geconfronteerd geweest met wat er met Klaas de Jonge is gebeurd, nadat hij via een gevangenenruil in 1987 (na 780 dagen als onvrijwillig ‘gast’ van de Nederlandse staat op de ambassade te Pretoria) op vrije voeten was gekomen. En elke keer dacht ik: moet ik niet toch eens met hem gaan praten om uit te vinden wat hem en zijn ex-vrouw toen hebben bezield. En daar eventueel een boek over schrijven. Maar vooral over de vraag: terugkijkend, staat hij daar nog steeds achter tegen het licht wat het ANC na de eerste democratische verkiezingen in 1994 allemaal heeft gedaan en vooral niet heeft gedaan: een vrijwel bankroet land, een torenhoge werkloosheid, veel corruptie en zelfverrijking en een internationale toppositie waar het gaat om criminaliteit. Was dit het allemaal wel waard? Maar ik heb dat nagelaten, omdat ik met andere zaken bezig was en verder twijfels had over de relevantie van de persoon Klaas de Jonge zelf. Vandaar dat ik uiterst benieuwd was – en daarin ben ik niet teleurgesteld – dat dat boek over hem – en in mindere mate over Passtoors – er toch is gekomen. Nota bene, geschreven door een journalist die in 1989 is geboren, dus die de gebeurtenissen die De Jonge en Pastoors een paar jaren in de schijnwerpers van de Nederlandse media plaatsten, op geen enkel wijze zelf heeft meegemaakt. Dus ook beter in staat is afstand te bewaren van zijn onderwerp, in ieder geval meer dan ik.

Als ik een boek zover De Jonge zou hebben geschreven, zou dat zeker een ander boek zijn geworden. Met meer aandacht voor het naïeve amateurisme van de gewapende strijd van het ANC. En over de manier waarop de ondersteuners van het tweetal – in de Nederlandse politiek en bij de anti-apartheidsorganisaties – er geen enkel probleem mee hadden arrogant en hautain feiten te verdraaien, en daarmee alles en iedereen te manipuleren. Ik mis verder een duidelijke confrontatie in het boek van Jenne Jan Holtland met Klaas de Jonge – met 85 jaar nog steeds ‘alive’, hoewel niet meer zo ‘kicking’– met de vraag of, tegen het licht van de puinhoop die het ANC de afgelopen dertig jaar van het land heeft gemaakt, hun daden toen niet een heel andere kijk verdienen. In het boek wordt terloops gemeld dat De Jonge weinig op heeft met de voormalige zwaar corrupte ANC-president Jakob Zuma – ooit een medestrijder tegen de apartheid als een van de leiders van Umkhonto weSiswe – en dat hij eigenlijk ook met tegenzin de hoogste onderscheiding van het land uit handen van de huidige president Cyril Ramaphosa wilde ontvangen. Toch is De koerier van Maputo een zeer lezenswaardig, goed geschreven en soms indringend boek over een merkwaardig persoon en over een periode in mijn journalistieke leven die tot de dag van vandaag helder op mijn netvlies staan. Een ding is wel zeker: De Jonge en Passtoors kunnen ook na het lezen van het boek niet echt op mijn sympathie of enig begrip rekenen.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: